school als PLG

Onderzoek naar de Ontwikkeling van de School als Professionele Leergemeenschap

Kohnstamm Instituut

ICLON
Stap 3: Het ontwerpen van interventies (om van NU naar STRAKS te komen)

Als er vanuit gesprekken en de uitkomsten van de eerste meting met behulp van de Scan School als PLG meer duidelijkheid gekomen is, kan nagedacht worden over het concreet ontwerpen en plannen van interventies die gericht zijn op het starten en op gang brengen van processen of veranderingsmechanismen bij leraren, leidinggevenden en andere betrokkenen.

Interventies zijn bewuste, geplande activiteiten of ingrepen met het doel een of meer situaties te veranderen, te verbeteren en/of te vernieuwen. Bij het ontwerpen en bedenken van interventies moet van tevoren goed nagedacht worden wat er precies nagestreefd wordt, en hoe de processen in de richting van de beoogde uitkomst hopelijk zullen verlopen, met aandacht voor datgene dat mis kan gaan. Tijdens het ontwikkelingsproces moet vinger aan de pols gehouden worden; gaat een verandering minder goed dan beoogd, kan er bijgestuurd worden, of besloten een andere weg te kiezen. Aan het eind moet nagegaan worden of alle inspanning en moeite heeft geleid tot datgene dat men voor ogen had. De evaluatie biedt kansen voor borging en voor de inzet van nieuwe interventies.

Zodra interventies zijn ingezet, komen er veranderingsmechanismen op gang. Deze mechanismen zorgen ervoor dat oude routines, die minder passen bij de visie van de school als PLG worden doorbroken en vervangen. Een advies is om blijvend oog te houden voor het leren van leraren, leidinggevenden en ondersteunend personeel.

Bij het ontwerpen van interventies is het belangrijk te bedenken wat, per schooljaar, beoogd en verwacht wordt van de interventie. Het gaat dan om de veranderkracht van de interventie, en de te verwachten uitkomsten, resultaten en effecten. Verder is het goed na te denken over succes- en faalfactoren, en mogelijk tevoorschijn komende negatieve neveneffecten. Hierdoor kan tijdens het ontwikkelproces bijgestuurd worden, als deze zich voordoen.

Al deze verwachtingen kunnen in een ontwikkelplan worden vastgelegd, liefst zo precies mogelijk. In de ontwikkelplannen staan steeds drie vragen centraal:

  1. Waar staat u nu als school? (NU)
  2. Waar wilt u naar toe als school? (STRAKS)
  3. Welke interventies wilt u ondernemen om uw doelen te bereiken? (HOE)
Huidige situatie (NU) Interventie (HOE) Verwachte situatie (STRAKS)
Leraren leren onvoldoende van elkaar, geven te veel geïsoleerd onderwijs. Leraren kijken regelmatig gericht bij elkaar in de les om van elkaar te leren leraren stemmen dit af op hun ontwikkelplan/eigen leerbehoefte.
Schoolleiders stimuleren de leerbehoefte en faciliteren desgewenst met gerichte tijd of observatiemiddelen.
Het wordt ‘gewoon’ om bij elkaar in de les te kijken, feedback te leveren, en te ontvangen. Innovatieve aanpakken die bewezen hebben te werken worden overgenomen.
In jaargesprekken komt het leren van en met elkaar niet aan de orde. Het observeren en het leren van en met elkaar is onderdeel van het jaargesprek. Het wederzijds leren van leraren is onderdeel van de kwaliteitscyclus van de school als geheel.

Lees meer over ontwikkelplannen in het eindrapport.

Typen interventies

Bij het ontwerpen van interventies kan de school zich laten inspireren door de interventies die eerder zijn ingezet om de ontwikkeling in de richting van de school als PLG te beginnen en op gang te brengen.
In het PLG-project hebben de veertien deelnemende scholen in totaal maar liefst 145 interventies opgenomen in hun ontwikkelingsplannen. Al deze interventies zijn onder te brengen in zes categorieën, waarbij sommige interventies in meer dan één categorie passen. Intercollegiale observatie is bijvoorbeeld niet alleen gericht op professionaliseren maar ook op het samen werken en leren. Ze dienen ter inspiratie voor het zelf ontwerpen en plannen van interventies. Houd de context van de eigen school hierbij in gedachten, zoals het stadium van ontwikkeling en de ambities die er leven.

Categorie Soort interventies
Ontwikkelen schoolvisie
  • Startactiviteiten (schrijfgroep, responsgroep, informatiebijeenkomsten)
  • Implementatie-activiteiten (studiedagen, afdelingsoverleg)
  • Integratie in HRM-beleid (gesprekkencyclus, aannamebeleid, vlootschouw)
Professionaliseren; deskundigheidsbevordering
  • Begeleiding startende leraren (buddy’s, mentoren, coaches)
  • Intervisiebijeenkomsten leraren
  • Formele bijeenkomsten waarin samen wordt gewerkt en geleerd (studiedagen, professionaliseringsmiddagen, kennis cafés)
  • Kennisnetwerken, kenniskringen en leerstoelgroepen
  • Professionaliseringsaanbod van buiten de school
Samen werken
  • Intercollegiale observatie en review
  • Team teaching
  • Docent Ontwerp Teams, werkplaatsen en kenniskringen
Veranderingen in organisatiestructuur
  • Anders inrichten van vaste overlegmomenten naar werkbijeenkomsten met gericht eigen doelen
  • Intercollegiale observatie en review in HRM-beleid
  • Schoolbreed invoeren van vormen van samen werken en samen leren
  • Matrixorganisatie van vaksecties of vakteams en afdelingen
  • Schoolacademie
Communicatie en kennisdeling
  • Communicatie over school als PLG studiedagen, onderdeel van reguliere bijeenkomsten, nieuwsbrieven, aankondigingen in de leeromgevingen of website, video clips
  • Delen van goede praktijkvoorbeelden, zowel intern als extern
Leiderschapsontwikkeling
  • Schoolleiding (teamleiders, management, schoolleiding), onder meer door het initiëren en stimuleren van interventies en door een voorbeeldfunctie voor leraren te zijn
  • Leraren als leraarleiders (o.a. coaches van collega’s), leiding nemen, initiatieven

Bij de veertien in het project deelnemende scholen kwamen de volgende categorieën het meest voor:

Hieronder geven we voorbeelden van interventies, geordend in de interventiecategorieën. Hiermee kunnen scholen zelf inschatten waar zij staan ten aanzien van verschillende typen ontwikkelingen, en inspiratie krijgen uit de concrete voorbeelden.

Ontwikkelen van een schoolvisie op leren en onderwijzen

Iedere school kent een andere startsituatie ten aanzien van het ontwikkelen van een schoolvisie op leren en onderwijzen. In het project hebben we onderscheid gemaakt tussen drie groepen scholen:

  1. Scholen die nog moesten beginnen met het ontwikkelen van een schoolvisie en dit project mede hebben gebruikt om activiteiten in die richting te initiëren. Zo stelden deze scholen een schrijfgroep of responsgroep in of richten structureel overleg (afdelingsoverleg, studiedagen, personeelsvergaderingen) in om de eerste ideeën en concepten voor te leggen.
  2. Scholen die al eerder waren begonnen met de ontwikkeling van een schoolvisie, maar waar deze nog niet ‘doorleefd’ wordt in school of is ondergebracht in bestaande schoolstructuur, zoals het HRM-beleid. De activiteiten van deze groep scholen betroffen vooral het meer bekend maken van de visie middels studiedagen en afdelingsoverleggen en de eerste pogingen om de visie in bijvoorbeeld de gesprekkencyclus onder te brengen. In het laatste geval worden ontwikkelgesprekken met medewerkers ook gebruikt om samen de bijdrage aan de schoolvisie vorm te geven in concrete acties en professionaliseringsbehoeftes in het kader van hun bijdrage aan schoolontwikkeling en het leren van leerlingen in het kader van specifieke elementen uit de schoolvisie.
  3. Scholen die al verder zijn met de ontwikkeling en implementatie van hun schoolvisie. Dit is vooral zichtbaar in activiteiten in het kader van HRM-beleid. De schoolvisie komt dan aan de orde in de gesprekkencyclus, in het aannamebeleid van de school en in de zogenaamde vlootschouw door het management. Slechts twee of drie van de veertien scholen uit het project behoren tot deze groep scholen. Naarmate scholen de visie meer hebben geïmplementeerd, lijkt deze ook meer gedeeld door leraren.

We constateren dat ontwikkeling en implementatie van een schoolvisie een langzaam proces is, dat –indien breed en intensief ingezet- wel een duurzaam effect lijkt te hebben op hoe leraren hun school als een PLG ervaren. De school als PLG is dan ook niet een los project maar omsluit alle beleid in de school: visie op onderwijs en leren, personeel, bedrijfsvoering, financiën, etc.

Professionaliseren van leraren

Activiteiten met betrekking tot professionalisering van leraren splitsen we op in activiteiten georganiseerd in en door school en activiteiten die extern georganiseerd zijn.

De interne activiteiten betreffen vooral werkplekleren waarbij leraren van elkaar leren en elkaar begeleiden:

Over het algemeen komen deze werkplek gerelateerde professionaliseringsactiviteiten moeizaam op gang en zijn ze ook moeilijk vol te houden. Dat geldt met name voor activiteiten die afstemming van de roosters van leraren vereisen en waarvoor weinig tijd is ingeruimd. De mindset van leraren is niet altijd gericht op deze wijze van leren van elkaar waardoor men er geen tijd voor maakt; wanneer de visie op leren ook samenwerkend leren insluit kan dit wel een natuurlijke wijze van leren en ontwikkelen in de school worden. De een-op-een begeleiding van startende leraren is over het algemeen wel sterk ingevoerd in school.

De extern georganiseerde activiteiten betreffen:

Een aandachtspunt bij deze activiteiten is om opgedane kennis en inzichten te delen in school, omdat ze anders alleen bij de direct betrokkenen bekend zijn.

Ook zijn er mengvormen van intern en extern georganiseerde activiteiten:

Onderwijsontwikkeling versterken via kenniskring met een lector

Zes leraren werkzaam op een van de scholen namen deel aan een kenniskring met een lector uit de regio, waarbij kennis uitgewisseld en gedeeld is met andere leraren van andere scholen. De kenniskringleden hadden zich ten doel gesteld om op een onderzoekende manier de onderwijsontwikkeling in school te versterken. De leden van de kenniskring werden een schakel tussen teamleiders en leraren. Zo werden bevindingen aan het MT gepresenteerd nadat met leraren gesproken was. Nadeel was dat niet uit elk team iemand vertegenwoordigd was in de kenniskring. De kenniskringleden kregen in het laatste jaar van het project een sturende en stimulerende rol in nieuw opgezette ontwikkelgroepen. Deze ontwikkelgroepen bestonden – op advies van de lector – uit circa 10-12 leraren. De leraren in de ontwikkelgroepen richtten zich op het verdiepen in onderwerpen zoals motivatie van leerlingen, taalvaardigheid en bewegingsonderwijs met iPads. Tijdens een studiedag vond een terugkoppeling van de ontwikkelgroepen plaats. Voorheen startte een studiedag met een externe spreker; nu presenteerden de leraren naar elkaar toe. Het werkte stimulerend voor de leraren om meer van elkaar te leren. Het streven voor volgend schooljaar is het verbeteren van het onderwijs vanuit de opgedane kennis in de ontwikkelgroepen.

Samen werken

De activiteiten uit deze categorie overlappen deels met activiteiten die bij professionalisering en schoolorganisatie en schoolcultuur worden genoemd.

Vrijwillig samenwerken in werkplaatsen

Op een van de deelnemende scholen zijn zeven werkplaatsen opgericht, rond thema’s zoals differentiëren, feedback geven en ontvangen, didactiek van het spel in de LO-les. Leraren gaan in een werkplaats een schooljaar aan de slag met hun eigen leervraag die past binnen het thema. Een externe coach biedt begeleiding en stelt vragen. De school koos voor vrijwillige deelname aan werkplaatsen, om de intrinsieke motivatie aan te wakkeren. De werkplaatsen leveren op dat er anders naar het onderwijs wordt aangekeken en het eigen handelen daarbinnen.

Veranderingen in de organisatiestructuur

De interventies die schoolbreed zijn uitgezet verschillen in de mate waarin deze zijn gericht op een verandering van de schoolorganisatie en schoolcultuur. Sommige interventies zijn makkelijker te realiseren dan andere, sommige interventies roepen wellicht meer weerstand op dan andere, en voor sommige interventies is eerst het slagen van andere interventie(s) voorwaarde voor succes. Bij elkaar wordt het inzetten van verschillende interventies wel een veranderstrategie genoemd. We onderscheiden vijf groepen van samenhangende activiteiten:

Doorwerking van matrixorganisatie

Op een school waar een matrixorganisatie werd ingevoerd voorafgaand aan de projectperiode, heeft de doorwerking ervan gemerkt tijdens het PLG-project. Er werden bij de start van het project drie clusters benoemd die als voorbeeld zouden dienen voor de overige clusters. De leraren in de drie clusters kregen de boodschap mee: streef naar ‘learning on the job’ op basis van eigen plannen. Zo werd in het cluster Maatschappij besloten om les te geven aan verschillende groepsgroottes, daarbij een klassenassistent aan te nemen en vakoverstijgend onderwijs te ontwikkelen. Deze werkwijze leverde meer eigenaarschap en verantwoordelijkheid op van de leraren op het gebied van onderwijsontwikkeling. Een volgende stap die de school wil zetten is om de leraren te stimuleren om meer te reflecteren op elkaars werk en opbrengsten.

Academie als paraplu

De bedoeling van de Academie op deze school is om alle bijscholingsactiviteiten en nascholing van leraren onder deze paraplu te brengen. Een van de leraren is hoofd van de nieuw opgerichte Academie. De coachtraining van collega’s zit hier bijvoorbeeld in. En verder zijn er vragen waar een antwoord op gezocht wordt: waar liggen nu de leerwensen en hoe kan je daar op een goede manier aan voldoen? Een van de coaches heeft zelf aangegeven een cursus te willen geven over feedback geven.

Communicatie en kennisdeling

De communicatie over de school als PLG en welke activiteiten de school in dit kader onderneemt vindt plaats op verschillende manieren, zoals studiedagen, onderdeel van reguliere bijeenkomsten, nieuwsbrieven, of aankondigingen in de leeromgevingen of website. Een school heeft een videoclip gemaakt over de school als PLG die is gedeeld op de website en via de nieuwsbrief. Over het algemeen geldt, hoe breder en intensiever de activiteit, en hoe frequenter het terugkeert, hoe meer de inhoud ervan beklijft. Het beklijft beter door de ontwikkeling van de school te koppelen aan alle terreinen in de schoolorganisatie, zoals aan personeelsbeleid en professionaliseringsactiviteiten.

Overigens spreekt een aantal scholen niet over de school als PLG maar bouwt juist het schooleigen jargon uit, in plaats van weer een nieuw begrip te introduceren. De PLG-gedachte wordt zo in de bestaande structuur en terminologie ingebouwd waardoor het minder snel overwaait, maar een effectieve dimensie wordt om (bestaand) overleg te intensiveren en te gebruiken voor voortdurend professionaliseren.

Leiderschap

De interventies met een focus op het versterken van leiderschap kunnen worden onderverdeeld in activiteiten gericht op de schoolleiding (teamleiders, management, schoolleiding) en leraren als leraarleiders.

Wat waren de belangrijkste interventies bij de veertien scholen?

Het onderzoek laat zien welke interventiecategorieën significant het meest succesvol zijn in het verbeteren van elementen van en condities voor de school als PLG, zoals gemeten in de scan. De volgende type interventies hebben de meeste impact:

Het bevorderen van samen leren en werken, het blijvend zorgen voor mogelijkheden tot professionaliseren en het veranderen en verbeteren van de structuur en cultuur van de schoolorganisatie komen bovendrijven als de meest werkzame categorieën van interventies.

Daarnaast zijn er allerlei contextafhankelijke factoren en condities die het slagen en falen van interventies bepalen. Dit geldt bijvoorbeeld voor een school in een krimpregio, waardoor ontslagen dreigen te vallen waardoor collegiale samenwerking in het geding komt. Of een school waar een projectleider het draagvlak verliest. Of door wisselingen in de schoolleiding, met een nieuwe koers als gevolg.

Evaluatie van ontwikkelingen is belangrijk (zie stap 4).